juridische afkortingen uitgelegd

De 10 meest gebruikte juridische termen die een niet-advocaat écht niet begrijpt – faillissement

Ondernemingsrecht

De 10 meest gebruikte juridische termen die een niet-advocaat écht niet begrijpt – faillissement

Op advocatenkantoren wordt regelmatig gegooid (niet letterlijk) met jargon, dus hieronder volgen tien van die moeilijke woorden die eigenlijk easy peasy zijn. Er wordt ook wel gesproken over jip-en-janneketaal, iets (moeilijks) uitleggen in makkelijke en begrijpelijke taal. Als een woord heel moeilijk klinkt, kan het best zo zijn dat de betekenis ervan easy peasy lemon squeezy is.

Deze keer gaat het om woorden die aansluiten op het artikel “Dreigend faillissement? Faillissement is niet altijd de enige uitweg!”.
  1. Rangorde bij faillissement

Een curator in een faillissement heeft onder meer als taak om alle bezittingen van de gefailleerde tegen een zo hoog mogelijke prijs te verkopen en vorderingen te incasseren zodat schuldeisers van de opbrengst zo veel mogelijk betaald kunnen worden. De volgorde waarin de schuldeisers worden betaald wordt bepaald aan de hand van een wettelijke rangorde en deze is afhankelijk van het soort vordering. Kortgezegd, worden eerst boedelschuldeisers en vervolgens respectievelijk schuldeisers met een preferente vordering en schuldeisers met een concurrente vordering betaald. Hieronder licht ik de verschillende vorderingen toe. Wilt u meer weten over de rangorde bij een faillissement? Lees dan dit artikel: “Rangorde bij faillissement”. 

  1. Separatisten

Separatisten zijn schuldeisers met een hypotheekrecht of pandrecht. Een separatist kan in principe handelen alsof er geen faillissement is en gewoon zijn rechten uitoefenen zonder in de rij van schuldeisers aan te sluiten.

Schuldeisers hebben vaak een pandrecht op een roerende zaak van een gefailleerde. Een pandrecht is namelijk een zekerheidsrecht voor terugbetaling van een geldvordering. Omdat er nogal wat misverstanden bestaan over het pandrecht, heeft Bas Jacobs, curator bij TEN Advocaten, een artikel geschreven waarin hij graag de misverstanden toelicht. Klik hier om het artikel te lezen.

  1. Boedelvorderingen

Onder boedelvorderingen wordt verstaan vorderingen die zijn ontstaan in de periode ná het uitspreken van het faillissement. Bijvoorbeeld de huur van het bedrijfspand vanaf de dag faillietverklaring, maar ook het salaris van de curator. De boedelvorderingen worden als eerste betaald uit de opbrengst van de door de curator gerealiseerde opbrengst uit het boedelactief.

  1. Preferente vorderingen

Een preferente vordering wordt betaald voordat wordt toegekomen aan betaling van de concurrente vorderingen. Voorbeelden van preferente vorderingen zijn bepaalde vorderingen van de belastingdienst, het UWV en werknemers met een loonvordering.

  1. Concurrente vorderingen

Een concurrente vordering ziet vaak op onbetaald gelaten facturen van leveranciers en is doorgaans de grootste post. In de meeste gevallen komen zij als laatste aan de beurt. Bij de meeste faillissementen wordt niet toegekomen aan een uitkering aan crediteuren met een concurrente vordering.

  1. Vereffening

Een ander woord voor vereffening is liquidatie. Tijdens een vereffening van een rechtspersoon (onderneming) worden alle vorderingen geïnd, schulden betaald, lopende zaken afgewikkeld en voorraden verkocht. In het geval er voldoende middelen zijn om de schuldeisers te betalen kan dit ook zonder dat er sprake is van een faillissement.

  1. Turboliquidatie

In het geval de rechtspersoon geen baten (bezittingen) meer heeft, kan in de algemene vergadering van aandeelhouders besloten worden over te gaan tot een turboliquidatie. In dat geval houdt de rechtspersoon direct op te bestaan.

Wilt u weten wat u kunt doen in een situatie dat de rechtspersoon geen bezittingen meer heeft en alleen schulden? Lees dan hier het artikel Turboliquidatie of faillissement.

  1. Onderhands akkoord

Ook wel een buitengerechtelijk akkoord genoemd. Van een buitengerechtelijk akkoord is bijvoorbeeld sprake wanneer een rechtspersoon haar schuldeisers niet langer meer kan betalen en een voorstel doet om een crediteurenakkoord aan te bieden waarbij een vastgesteld percentage van de schuld zal worden voldaan. De beslissing in te stemmen met het voorstel ligt bij de leverancier. Anders is dat bij een gerechtelijk akkoord.

  1. Gerechtelijk akkoord

Wanneer er sprake is van een faillissement of een surseance van betaling kan ook een akkoord worden aangeboden aan de schuldeisers. Voorafgaand aan dit akkoord zal via een zogeheten verificatievergadering door de schuldeisers worden gestemd over het akkoord. De rechter-commissaris zal het akkoord eerst beoordelen en de meerderheid van de schuldeisers moet instemmen met het akkoord waarna het akkoord formeel door de rechtbank bekrachtigd moet worden. Pas daarna is het akkoord definitief, ook voor de schuldeisers die niet hebben ingestemd met het akkoord.

  1. Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA)

Dit wetsvoorstel regelt in de Faillissementswet dat de rechtbank een onderhands akkoord tussen een onderneming en zijn schuldeisers en aandeelhouders betreffende de herstructurering van schulden kan goedkeuren (homologeren). De homologatie betekent dat het akkoord verbindend is voor alle bij het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Zij die niet met het akkoord hebben ingestemd, kunnen toch aan het akkoord worden gebonden als de besluitvorming over en de inhoud van het akkoord aan bepaalde eisen voldoet. Dit wordt ook wel een dwangakkoord genoemd. De WHOA is inmiddels aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer en zal op korte termijn in werking treden. Er is dus een mogelijkheid om zonder faillissement een dwangakkoord aan uw schuldeisers aan te bieden. Wij helpen u graag.

Als u de volgende keer denkt: ‘wat zeggen ze nou?’, dan horen wij het graag en leggen wij het gewoon nog een keer uit. Kent u ook zo’n woord? Laat het ons dan weten, dan komt het terug in de volgende ‘De 10…’.

> Contact