herziening partneralimentatie

Herziening partneralimentatie: Het gaat er (eindelijk) van komen.

Personen- en familierecht

Herziening partneralimentatie: Het gaat er (eindelijk) van komen.

De afgelopen jaren word ik als advocaat, die zich onder meer bezighoudt met echtscheiding en met alimentatieberekening en advisering over alimentatiegeschillen, regelmatig geconfronteerd met de vraag wanneer de wettelijke regeling omtrent de partneralimentatie nu eindelijk eens wordt gewijzigd. Dat ik die vraag bij herhaling kreeg is een gevolg van het feit dat de besluitvorming over het voorstel tot wijziging van deze wet, dat reeds in juni 2015 werd gedaan, niet erg vlot verliep. Tot voor kort gaf ik dan ook aan dat er geen peil op te trekken viel wat er precies zou veranderen en al helemaal niet wanneer. Dat is nu anders. Immers er lijkt duidelijkheid te komen.

Wat betekent dat voor uw wens om te scheiden?
Initiatief wet 2015 en wijziging 2017

Initiatiefnemers van het wetsvoorstel tot wijziging van de partneralimentatie beoogden daarmee de partneralimentatie eerlijker te maken, simpeler te berekenen en in duur te verkorten. Dat de besluitvorming zo lang duurde was een gevolg van het feit dat er veel kritiek werd ontvangen op het initiatiefvoorstel uit 2015. Initiatiefnemers hebben zich de kritiek aangetrokken en kwamen in maart 2017 met een nota van wijziging van het in 2015 ingediende wetsvoorstel herziening partneralimentatie. Het gewijzigde voorstel werd beter ontvangen en is inmiddels behandeld in en aangenomen door de Tweede Kamer. Op dit moment dient alleen de Eerste Kamer daar nog over te beslissen…..

Maar wat gaat er dan eigenlijk gewijzigd worden?

In het in 2017 gewijzigde wetsvoorstel is de eerder beoogde, simpelere rekenmethode vervallen, evenals de gewijzigde grondslag. Ook alimentatie-afspraken die bij huwelijksvoorwaarden worden gemaakt blijven, zoals ook nu het geval is, nietig. In het gewijzigde wetsvoorstel wordt enkel nog de duur van de partneralimentatie aangepast.

Wijziging: verkorting van de duur van de alimentatieplicht en uitzonderingen.

Vele alimentatieplichtigen zien uit naar de verkorting van de duur terwijl de alimentatiegerechtigden deze verkorting juist vrezen. Op dit moment is het nog zo dat indien er niet anders wordt overeengekomen of door een rechter anders wordt bepaald de verplichting tot het betalen van partneralimentatie van rechtswege eindigt na het verstrijken van de termijn van 12 jaar. Die termijn begint op de datum van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de Burgerlijke Stand.

De wijziging houdt in dat de termijn waarover alimentatie betaald moet worden de helft van de duur van het huwelijk bedraagt, met een maximum van vijf jaar.
Daarop wordt een uitzondering gemaakt in de volgende gevallen:
  1. In het geval er ten tijde van de echtscheiding uit het huwelijk geboren kinderen zijn die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt, geldt dat de alimentatieverplichting doorloopt totdat het jongste kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt. De maximale alimentatietermijn kan dan dus uitkomen op 12 jaar.
  2. In het geval een huwelijk minstens 15 jaar heeft geduurd en de alimentatiegerechtigde is geboren vóór 1 januari 1970, bestaat er recht op partneralimentatie gedurende 10 jaar. Deze uitzondering vervalt echter na zeven jaar. Er vanuit gaande dat de regeling herziening partneralimentatie ingaat op 1 januari 2020 kan op deze uitzondering derhalve met ingang van
    1 januari 2027 geen beroep meer worden gedaan.
  3. In het geval het huwelijk minstens 15 jaar heeft geduurd en de alimentatiegerechtigde heeft binnen 10 jaar recht op AOW dan eindigt de alimentatieplicht op de AOW-gerechtigde leeftijd. Let dus goed op dat als niet aan deze voorwaarden is voldaan de alimentatieplicht niet automatisch eindigt als de alimentatiegerechtigde AOW ontvangt!
  4. In het geval op een echtpaar meerdere uitzonderingen van toepassing zijn dan geldt de langste termijn.
De beoogde ingangsdatum van de wijziging: 1 januari 2020

Dat betekent dat de regeling van toepassing gaat worden op de echtscheidingsverzoeken of verzoeken tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap die vanaf 1 januari 2020 worden ingediend. Op de verzoeken die tot en met 31 december 2019 worden ingediend, blijft het huidige recht van toepassing. Voor sommige alimentatieplichtigen misschien een reden om de scheiding nog een jaar uit te stellen. Voor sommige alimentatiegerechtigden kan dit juist reden zijn haast te maken met de indiening van het echtscheidingsverzoek.

Hardheidsclausule blijft ongewijzigd

Verder is er een hardheidsclausule in het wetsvoorstel opgenomen voor zogenaamde schrijnende gevallen. Dit is een clausule in een wet of overeenkomst op grond waarvan een bepaling geheel of gedeeltelijk buiten toepassing kan worden gelaten als de toepassing ervan zou leiden tot uitzonderlijk onbillijke of onredelijke gevolgen. Als de beëindiging van de alimentatie als gevolg van het verstrijken van de termijn van zó ingrijpende aard is dat ongewijzigde handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd van de alimentatiegerechtigde, kan de rechter op diens verzoek een nadere termijn vaststellen. De huidige wet kent deze hardheidsclausule ook en evenals in de huidige wet moet een dergelijk verzoek in de toekomst ook worden ingediend binnen drie maanden na beëindiging van de alimentatie.

Jurisprudentie over deze hardheidsclausule leert dat een beroep daarop niet snel slaagt.

Huidige praktijk

Zoals gezegd vragen vele alimentatieplichtigen mij met regelmaat wanneer de wijziging en de verwachte verkorting van de termijn ingaat. Men verwacht er dus veel van. De algemene gedachte is ook dat een alimentatieduur van 12 jaar niet meer van deze tijd is.

In mijn praktijk maak ik echter nu reeds met regelmaat mee dat, ook onder de huidige wetgeving waarin de maximale termijn van 12 jaar nog geldt, er in vele gevallen bij lange na geen 12 jaar-termijn meer geldt omdat de rechter daaraan eerder al een einde heeft gemaakt. Immers meer en meer wordt aan de alimentatiegerechtigde op veel kortere termijn dan na afloop van de 12 jaar termijn een verdiencapaciteit toegekend. De rechter oordeelt dan dat een alimentatiegerechtigde, zeker als deze nog relatief jong is, mogelijkheden heeft op de arbeidsmarkt en geen hele jonge kinderen dient te verzorgen, op enige termijn (veel korter dan 12 jaar) zelf inkomen kan genereren en daarmee in het eigen levensonderhoud kan voorzien met als gevolg dat op veel kortere termijn dan na afloop van de 12 jaar termijn de alimentatieplicht eindigt of in ieder geval op nihil wordt gesteld.

Mocht u derhalve vóór de inwerkingtreding van deze nieuwe wet al te maken krijgen met discussies over de hoogte en de duur van de partneralimentatie dan wel daar vragen over hebben dan kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met één van onze familierechtspecialisten. Zij kunnen u informeren over de mogelijkheden en onmogelijkheden op basis van de laatste stand van de wetgeving en jurisprudentie.

Inge Mooren-van Weereld, advocaat en mediator