WHOA dreigend faillissement

WHOA – biedt uitkomst bij een dreigend faillissement

Faillissement / Insolventierecht

WHOA – biedt uitkomst bij een dreigend faillissement

Verkeert uw bedrijf in zwaar weer? Met de WHOA een faillissement voorkomen? De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) biedt een flexibele regeling voor een dwangakkoord met schuldeisers, zonder dat een faillissement volgt én zonder dat er een langdurige procedure over gevoerd hoeft te worden. Met deze wet kunnen wij sneller en goedkoper schulden voor u saneren.

In dit artikel lichten wij de volgende punten toe:

Wat is de WHOA?

De Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) is per 1 januari 2021 in werking getreden. Het is een regeling op basis waarvan de rechtbank een onderhands akkoord tussen de onderneming en zijn schuldeisers en/of aandeelhouders over de herstructurering van schulden kan homologeren (goedkeuren). Schuldeisers die niet instemmen met het aanbod, kunnen nu toch aan het akkoord worden gebonden als de besluitvorming over de inhoud van het akkoord aan bepaalde eisen voldoet. Dit wordt ook wel een dwangakkoord genoemd. Er is dus een mogelijkheid om zonder faillissement een dwangakkoord aan uw schuldeisers aan te bieden.

Een akkoord brengt wijzigingen aan in de rechten van schuldeisers ten opzichte van de schuldenaar. Het gaat om wijziging van het recht van een schuldeiser om volledige nakoming af te dwingen. Daarbij kan gedacht worden aan een (gedeeltelijke) kwijtschelding van de schuld of het verlenen van uitstel van betaling.

Het akkoord kan ook wijzigingen inhouden van de rechten van alle categorieën schuldeisers en aandeelhouders. Dat is een belangrijk verschil ten opzichte van het surseanceakkoord. Een surseanceakkoord heeft geen betrekking op een aanpassing van de rechten van preferente schuldeisers, zekerheidsgerechtigden en aandeelhouders. Een schuldenaar kan onder de WHOA een akkoord aanbieden aan al zijn schuldeisers en aandeelhouders, maar kan er ook voor kiezen om dit te beperken tot een bepaalde groep van schuldeisers of aandeelhouders. Een akkoord kan geen wijzigingen aanbrengen in de rechten van werknemers.

Wijziging van lopende overeenkomsten

De WHOA biedt niet alleen mogelijkheden om de rechten van schuldeisers en aandeelhouders te wijzigen. Het biedt namelijk ook de mogelijkheid om lopende overeenkomsten eenzijdig te beëindigen als de wederpartij niet instemt met een voorgestelde vrijwillige wijziging of beëindiging. Het komt geregeld voor dat een onderneming een overeenkomst heeft gesloten die zwaar drukt op onderneming. Op basis van de WHOA kan een schuldenaar zijn wederpartij een voorstel doen tot wijziging of beëindiging van de overeenkomst. Indien de wederpartij daar niet mee instemt heeft de schuldenaar het recht om de overeenkomst met toestemming van de rechter eenzijdig op te zeggen.

Voor een eenzijdige opzegging gelden de volgende voorwaarden:

  • de schuldenaar in een toestand dient te verkeren dat het aannemelijk is dat hij zijn schulden niet meer zal kunnen betalen; en
  • de rechter het akkoord homologeert (goedkeurt). De vergoeding tot betaling van schadevergoeding die de wederpartij mogelijk heeft op grond van de eenzijdige opzegging kan opgenomen worden in het akkoord.

Voor wie is de WHOA geschikt?

De WHOA is zeer geschikt voor zowel grote als kleine ondernemingen die bijvoorbeeld door tegenvallende omzet in zwaar weer verkeren en daardoor (tijdelijk) in financiële problemen zijn geraakt.

Voorwaarden WHOA traject om faillissement te voorkomen

Een beroep op de WHOA dient gerechtvaardigd te zijn. Dat betekent dat om dit traject te kunnen starten moet worden voldaan aan een aantal voorwaarden:

  1. De schuldenaar verkeert in een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat zij haar schulden niet meer zal kunnen betalen.
  2. Doel van het akkoord kan zijn:
    – het afwenden van een dreigend faillissement van een onderneming; of
    – de afwikkeling van een onderneming zonder overlevingskansen, waarbij naar verwachting een beter resultaat kan worden behaald dan wanneer er sprake zou zijn van een insolventiesituatie.
  3. Het moet voor de crediteuren aantrekkelijk zijn. Het akkoord levert een beter resultaat op voor de crediteuren dan wanneer het faillissement wordt uitgesproken.

Wie kan een WHOA traject aanvragen?

Een akkoord aan crediteuren en aandeelhouders kan worden aangeboden door de schuldenaar zelf of door een door de rechter aangewezen herstructureringsdeskundige. In de meeste gevallen zal de schuldenaar een beroep doen op de regeling. Ook iedere schuldeiser, aandeelhouder(s), ondernemingsraad en personeelsvertegenwoordiging kan het initiatief tot het aanbieden van een akkoord nemen. In dit laatste geval moeten zij de rechtbank vragen een zogenaamde herstructureringsdeskundige aan te wijzen.

Wat doet een herstructureringsdeskundige?

De herstructureringsdeskundige zal eerst beoordelen of de schuldenaar aan de hierboven genoemde voorwaarden voldoet. De herstructureringsdeskundige zal het akkoord voorbereiden en aanbieden aan (een groep van) crediteuren en aandeelhouders. Indien een verzoek wordt toegewezen dan kan de schuldenaar zolang de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige duurt niet zelf een akkoord aanbieden.

Aanwijzen herstructureringsdeskundige

Een verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige wordt in ieder geval toegewezen als het is ingediend door de schuldenaar zelf of wordt gesteund door een meerderheid van de crediteuren. Op een verzoek tot het aanstellen van een herstructureringsdeskundige dient de schuldenaar gehoord te worden. De schuldenaar kan ook zelf vragen om de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige.

Wie betaalt de herstructureringsdeskundige?

Een herstructureringsdeskundige wordt aangesteld door de rechtbank. De rechtbank bepaalt het salaris van de herstructureringsdeskundige en stelt een bedrag vast dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en door hem ingeschakelde derden ten hoogste mogen kosten. De kosten worden in beginsel betaald door de schuldenaar, tenzij het verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige wordt gesteund door een meerderheid van de schuldeisers. In dat geval dienen de schuldeisers de kosten te voldoen.

Besloten of een openbare procedure

Er is een tweetal mogelijke procedures waarbinnen een akkoord aangeboden kan worden.

  1. Een besloten procedure buiten faillissement; en
  2. Een openbare akkoordprocedure buiten faillissement.

Hieronder lichten wij toe wat het verschil is tussen deze twee procedures.

Het woord zegt het eigenlijk al. Bij een besloten procedure worden alle verzoeken achter gesloten deuren behandeld. Er zal niet bekend worden gemaakt dat de ondernemer of een herstructureringsdeskundige bezig is om een akkoord voor te bereiden en er mag niets worden gepubliceerd.

Bij een openbare procedure zal bekend worden gemaakt dat er een akkoord in voorbereiding is. Deze procedure wordt namelijk in het openbaar behandeld en gepubliceerd in het Insolventieregister van Rechtspraak.nl en wordt in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeschreven.

De persoon die om de procedure verzoekt, mag bepalen voor welke procedure wordt gekozen. Nadat een keuze voor een besloten procedure of een openbare procedure is gemaakt, is het niet meer mogelijk deze keuze te wijzigen. Indien het verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige door een derde is gedaan, mag de schuldenaar bij het verhoor aangeven naar welke procedure zijn voorkeur uitgaat, maar de rechter neemt de uiteindelijke beslissing.

U kunt voor een besloten procedure kiezen ingeval u slechts een beperkte groep schuldeisers een akkoord wilt aanbieden. Daarnaast kunnen internationale aspecten een rol spelen bij het maken van de keuze voor de besloten en/of de openbare procedure. Dit omdat de EU Insolventieverordening van toepassing is op de openbare akkoordprocedure en niet op de besloten akkoordprocedure. Voor de besloten akkoordprocedure gelden de regels van het commune internationale privaatrecht.

Welke informatie dient het akkoord te bevatten

De inhoud en de inrichting van het akkoord dient aan een aantal voorwaarden te voldoen om te kunnen worden goedgekeurd. Het akkoord dient onder meer de volgende informatie te bevatten:

  1. naam van de schuldenaar;
  2. naam van de herstructureringsdeskundige (indien van toepassing);
  3. de klassenindeling en de criteria op basis waarvan de schuldeisers en aandeelhouders in één of meer klassen zijn ingedeeld;
  4. de financiële gevolgen van het akkoord per klasse van schuldeisers en aandeelhouders;
  5. de waarde die naar verwachting gerealiseerd kan worden indien het akkoord tot stand komt;
  6. de opbrengst die naar verwachting gerealiseerd kan worden bij een vereffening van het vermogen van de schuldenaar in faillissement;
  7. de bij de berekening van de waarde en opbrengst (als bedoeld onder 5 en 6) gehanteerde uitgangspunten en aannames;
  8. het moment waarop rechten aan schuldeisers en aandeelhouders zullen worden toebedeeld (indien van toepassing);
  9. de nieuwe financiering die de schuldenaar in het kader van de uitvoering van het akkoord wil aangaan en de redenen waarom dit nodig is;
  10. de wijze waarop de schuldeisers en aandeelhouders nadere informatie over het akkoord kunnen verkrijgen;
  11. de procedure voor de stemming over het akkoord en het moment waarop de stemming plaatsvindt;
  12. de wijze waarop de (eventueel) ingestelde ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging advies is gevraagd of nog zal worden gevraagd om advies uit te brengen.

Naast het feit dat het (voorgestelde) akkoord bovenstaande informatie dient te verschaffen, dienen onderstaande documenten aan het akkoord te worden gehecht:

  1. een staat van baten en lasten;
  2. een lijst waarop de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders worden weergegeven, waarop onder meer wordt gespecificeerd wat het bedrag van hun vordering (of nominaal bedrag van hun aandeel) is en in welke klasse zij zijn ingedeeld;
  3. een opgave van schuldeisers of aandeelhouders die niet onder het akkoord vallen en een toelichting waarom zij niet worden meegenomen in het akkoord;
  4. informatie over de financiële positie van de schuldenaar;
  5. een beschrijving van:
    – de aard, omvang en de oorzaak van de financiële problemen;
    – welke pogingen zijn ondernomen om deze problemen op te lossen;
    – de herstructureringsmaatregelen die onderdeel zijn van het akkoord;
    – de wijze waarop deze maatregelen bijdragen aan een oplossing;
    – hoeveel tijd het naar verwachting vergt om de maatregelen uit te voeren.
  6. een schriftelijke verklaring (voor zover van toepassing) welke zwaarwegende grond aanwezig is op basis waarvan de ‘mkb-ondernemers’ op grond van het akkoord een bedrag of een recht aangeboden krijgen met een waarde die minder bedraagt dan 20% van het bedrag van hun vorderingen.

Bovengenoemde informatie en documenten dienen verstrekt te worden om ervoor te zorgen dat de schuldeisers en aandeelhouders in staat zijn om een goede beslissing te nemen als zij worden gevraagd te stemmen over het akkoord. Indien een akkoord betrekking heeft op verschillende categorieën van schuldeisers en aandeelhouders (die andere rechten hebben en niet in een vergelijkbare positie verkeren) dan dient het akkoord te voorzien in een klassenindeling. Iedere klasse dient dan een voorstel te krijgen (rekening houdend met de positie van de betreffende klassen) en in iedere klasse dient een afzonderlijke stemming over het akkoord plaats te vinden. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan verschillende klassen voor preferente schuldeisers, schuldeisers met een eigendomsvoorbehoud en concurrente schuldeisers. Het is ook mogelijk om een categorie van schuldeisers onder te verdelen in verschillende klassen.

Vereiste meerderheid

Voor het instemmen van een klasse met het akkoord is vereist dat het akkoord wordt gesteund door een groep van schuldeisers die samen ten minste twee derde van het totaalbedrag aan vorderingen vertegenwoordigen behorend tot de schuldeisers die binnen hun klasse hebben gestemd. Voor een aandeelhoudersklasse geldt dezelfde regel met dien verstande dat er dan wordt gekeken of de aandeelhouders die instemmen tezamen twee derde van het geplaatste kapitaal binnen de klasse die hun stem hebben uitgebracht vertegenwoordigen. Er wordt dus alleen gekeken naar de schuldeisers en aandeelhouders die daadwerkelijk de moeite hebben genomen om hun stem uit te brengen. Daarmee wordt voorkomen dat het wegblijven van ongeïnteresseerde schuldeisers of aandeelhouders de kansen op de totstandkoming van een akkoord kunnen verkleinen of verhinderen.

Duur traject

De zitting waarop het homologatieverzoek behandeld dient te worden, dient plaats te vinden binnen acht tot veertien dagen nadat het verzoek is ingediend en het verslag ter inzage is gelegd.

Een akkoord kan gehomologeerd worden als uit de stemming blijkt dat er tenminste één klasse is die met het akkoord instemt. Dit dient een klasse te zijn die bestaat uit schuldeisers die bij faillissement van de schuldenaar naar verwachting een uitkering in geld tegemoet kunnen zien.

Als de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige van de mogelijkheid gebruik wil maken om een overeenkomst eenzijdig op te zeggen, dan omvat het homologatieverzoek tevens een verzoek om toestemming voor die opzegging.

De rechtbank bepaalt de dag en datum waarop de zitting plaatsvindt. Als niet alle klassen met het akkoord hebben ingestemd en er nog geen herstructureringsdeskundige of observator bij het traject betrokken zijn, wijst de rechtbank in diezelfde beschikking alsnog een observator aan. De observator heeft tot taak om toezicht te houden op de totstandkoming van het akkoord en dient daarbij oog te hebben voor de belangen van de gezamenlijke schuldeisers. De observator dient het akkoord dat voorligt te beoordelen en de rechtbank daarover te informeren.

Op welke gronden kan het akkoord worden afgewezen?

De algemene afwijzingsgronden zijn:

  • er is geen sprake van een toestand van dreigende insolventie;
  • één of meer schuldeisers of aandeelhouders op wie het akkoord betrekking heeft zijn niet naar behoren ingelicht over het akkoord, hebben geen gelegenheid gehad hun stem uit te brengen en/of zijn niet op de hoogte gebracht van de datum waarop de behandeling van het homologatieakkoord zou plaatsvinden;
  • de informatie en de documenten die bij het akkoord zijn opgenomen zijn niet toereikend;
  • de schuldeisers en aandeelhouders zijn niet op een juiste wijze en voor het juiste bedrag ingedeeld in klassen;
  • de nakoming van het akkoord is niet voldoende geborgd;
  • de schuldenaar wil in het kader van de uitvoering van het akkoord een nieuwe financiering aangaan waardoor de belangen van de gezamenlijke schuldeisers wezenlijk worden geschaad;
  • het akkoord is door bedrog, door begunstiging van één of meer van de stemgerechtigde schuldeisers of aandeelhouders of met behulp van andere oneerlijke middelen tot stand gekomen;
  • het loon en de verschotten van de door de rechtbank aangestelde herstructureringsdeskundige, deskundige of observator is niet gestort of daarvoor is geen zekerheid gesteld;
  • er zijn andere redenen om zich tegen de homologatie te verzetten.

Aanvullende afwijzingsgronden

Indien alle klassen van schuldeisers met het akkoord hebben ingestemd dan kan de rechtbank op verzoek van één of meer tegenstemmende schuldeisers of aandeelhouders het homologatieverzoek alsnog afwijzen. Dit kan als blijkt dat de betreffende schuldeisers of aandeelhouders op basis van het akkoord slechter af zijn dan wanneer de schuldenaar failliet wordt verklaard. Dat betekent dus dat elke tegenstemmende schuldeiser kan verzoeken de homologatie te weigeren indien hij door het akkoord slechter af is dan bij het faillissement.

  • De rechtbank wijst het homologatieverzoek af indien niet alle klassen met het akkoord hebben ingestemd als er sprake is van één van de ondersteunende voorwaarden. De rechtbank doet dit op verzoek van een tegenstemmende schuldeiser of een aandeelhouder die zich in een tegenstemmende klasse bevindt. Afwijzing gebeurt indien bij de verdeling van de waarde die met het akkoord wordt gerealiseerd aan een klasse van schuldeisers zoals ‘MKB-ondernemers’ of crediteuren met een vordering uit onrechtmatige daad een uitkering in geld wordt aangeboden die minder bedraagt dan 20% van het bedrag van hun vorderingen of onder het akkoord een recht aangeboden zal worden dat een waarde vertegenwoordigt die minder bedraagt dan 20% van het bedrag van hun vorderingen, terwijl daarvoor geen zwaarwegende grond is aangetoond.
  • Afwijzing gebeurt ook wanneer de reorganisatiewaarde die met het akkoord behouden kan blijven of gerealiseerd kan worden niet eerlijk onder de schuldeisers wordt verdeeld. Hiervan is sprake als bij de verdeling ten nadele van de betrokken tegenstemmende klasse wordt afgeweken van de wettelijke rangorde en de schuldenaar geen goede grond kan aanvoeren voor die afwijking en niet kan aantonen dat de schuldeisers of aandeelhouders die bezwaar hebben gemaakt niet in hun belangen worden geschaad;
  • Voorts zal het homologatieverzoek worden afgewezen indien de schuldeisers (met uitzondering van separatisten met een pand- en/of hypotheekrecht) niet het recht hebben om te kiezen voor een uitkering in geld ter hoogte van het bedrag dat zij bij een vereffening van het vermogen van de schuldenaar in faillissement naar verwachting aan betaling in geld zouden ontvangen;
  • Tot slot wijst de rechtbank het verzoek af indien pand en hypotheekhouders die bedrijfsmatig een financiering hebben verstrekt en op basis van het akkoord in het kader van een wijziging van hun rechten, aandelen of certificaten aangeboden krijgen en daarnaast niet het recht hebben om te kiezen voor een uitkering in een andere vorm.

Kan ik in hoger beroep als het akkoord wordt afgewezen?

Tegen de beslissing van de rechter over de homologatie staat geen hoger beroep of cassatie open. Dit wordt gerechtvaardigd geacht, omdat het akkoord tot stand komt in de situatie van een dreigende insolventie. Om een faillissement nog af te kunnen wenden moet het akkoord na de homologatie snel worden uitgevoerd. Pas als er bezwaar is gemaakt tegen de homologatie, vindt een verdere toets van het akkoord door de rechter plaats.

Afkoelingsperiode

Indien de schuldenaar bij de rechtbank een verklaring heeft gedeponeerd, waarin staat dat hij een akkoord voorbereidt of er een herstructureringsdeskundige is aangewezen, kan de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige de rechtbank verzoeken een afkoelingsperiode af te kondigen. Gedurende de afkoelingsperiode:

  • kan een derde zijn bevoegdheden tot opeising van c.q. verhaal op de goederen die zich in de macht van de schuldenaar bevinden niet uitoefenen tenzij de rechtbank daarvoor een machtiging verleent;
  • kan de rechtbank op verzoek van de schuldenaar of herstructureringsdeskundige beslagen opheffen;
  • wordt de behandeling van een verzoek tot verlening van surseance van betaling of een verzoek tot faillietverklaring geschorst.

Het verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode wordt toegewezen als:

  1. een afkoelingsperiode noodzakelijk is om de onderneming tijdens de voorbereiding van en de onderhandelingen over een akkoord te kunnen blijven voortzetten; en
  2. op het moment dat de afkoelingsperiode wordt afgekondigd redelijkerwijs valt aan te nemen dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers daarmee gediend zijn. De hiervoor genoemde derden, beslagleggers en schuldeisers, die het faillissement aan hebben gevraagd, mogen daarbij niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad.

Duur afkoelingsperiode

Een afkoelingsperiode wordt in eerste instantie afgekondigd voor een termijn van ten hoogste vier maanden en kan op verzoek van de schuldenaar of een herstructureringsdeskundige worden verlengd tot een maximum van acht maanden. De schuldenaar of de herstructureringsdeskundige dient in zijn verlengingsverzoek aannemelijk te maken dat er belangrijke vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van het akkoord. Een afkoelingsperiode wordt (onder meer) niet verlengd als de afkoelingsperiode is verzocht in het kader van een besloten akkoordprocedure.

Bevoegdheden schuldenaar tijdens afkoelingsperiode

Als de schuldenaar voor de afkondiging van de afkoelingsperiode de bevoegdheid had tot gebruik, verbruik of vervreemding van goederen, dan wel de inning van vorderingen, blijven deze bevoegdheden behouden, indien dit past binnen de normale voortzetting van de onderneming die hij drijft en de belangen van de betrokken derden voldoende zijn gewaarborgd.

Observator

De schuldenaar kan bij de rechtbank een verklaring deponeren waarin staat dat hij een akkoord voorbereidt of dat er een herstructureringsdeskundige is aangewezen. In zo’n geval kan de rechtbank bijvoorbeeld een observator aanstellen als een akkoord wordt voorbereid. Een observator heeft tot taak toezicht te houden op de totstandkoming van het akkoord. Hij dient daarbij oog te hebben voor de belangen van de gezamenlijke schuldeisers. Als voorwaarde zou gesteld kunnen worden dat binnen een bepaalde termijn over het akkoord moet worden gestemd. Ook is denkbaar dat de rechtbank bepaalt dat de schuldenaar de schuldeisers en de rechtbank regelmatig moet informeren over de vorderingen van het proces.

Uitzonderingen op bestaande regels

Er is een nieuw artikel opgenomen in de Faillissementswet dat er voor zorgt dat de schuldenaar beter in staat wordt gesteld om een akkoord tot stand te brengen. Het artikel beoogt de verstrekking van financiering ten behoeve van de totstandkoming van een akkoord te bevorderen zonder het risico te lopen dat de betreffende rechtshandelingen door de curator vernietigd kunnen worden op grond van pauliana. De schuldenaar kan de rechter namelijk vragen om een machtiging voor het verrichten van de rechtshandelingen. De rechter verleent de machtiging als er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze komen er kort gezegd op neer dat:

  • er financiering nodig is om een akkoord te kunnen voorbereiden en de onderneming in de tussentijd te kunnen blijven voortzetten;
  • de gezamenlijke schuldeisers er belang bij hebben dat dit gebeurt;
  • de belangen van de individuele schuldeisers hierdoor niet worden geschaad.

Een andere aanpassing van de Faillissementswet zorgt ervoor dat de schuldenaar gebruik kan blijven maken van haar rekening-courant faciliteit. Het biedt de curator de mogelijkheid om verrekeningen, die in de aanloop naar het faillissement zijn gedaan, ongedaan te maken als daarbij niet te goeder trouw is gehandeld. Daarvan is sprake als de schuldeiser wist dat de schuldenaar in een zodanige toestand verkeerde dat zijn faillissement dan wel zijn surseance van betaling was te verwachten. In het nieuwe artikel wordt nu bepaald dat een verrekening tijdens de poging om een akkoord tot stand te brengen te goeder trouw is verricht. Dat geldt niet als de verrekening(en) tot inperking van de kredietruimte strekte(n). Met deze bepaling wordt beoogd te voorkomen dat degene die de schuldenaar de rekening-courant aanbiedt, deze faciliteit bevriest zodat de schuldenaar start met de onderhandelingen over een akkoord.

Verzoek uitspraak met betrekking tot geschillen

De schuldenaar of een herstructureringsdeskundige (als die is aangewezen) krijgt de mogelijkheid om ontstane geschillen vóór de stemming over het akkoord aan de rechter voor te leggen. Daarbij kan (niet limitatief) gedacht worden aan de volgende zaken:

  • de inhoud van de informatie die in het akkoord moet worden opgenomen en de bijlagen die bijgevoegd dienen te worden;
  • de door de schuldenaar gehanteerde waardes en aannames (voor het aanbieden van een akkoord);
  • de klassenindeling;
  • de toelating tot de stemming van een schuldeiser of aandeelhouder;
  • de stemmingsprocedure;
  • of er sprake zou kunnen zijn van één of meerdere algemene of aanvullende afwijzingsgronden.

Een belangrijk uitgangspunt is dat de betrokkenheid van de rechter tot aan het moment waarop een homologatieverzoek wordt ingediend in beginsel beperkt is. Het is echter mogelijk dat eerder in het traject de vraag opkomt of er sprake is van een afwijzingsgrond, die aan de homologatie in de weg zou staan. In dat soort situaties is het belangrijk dat de onzekerheid daarover zo spoedig mogelijk kan worden weggenomen. Voordat de rechter beslist over een aan hem voorgelegde kwestie, stelt hij de schuldenaar, de (eventuele) herstructureringsdeskundig en/of de (eventuele) observator en de rechtstreeks door de beslissing betrokken schuldeisers of aandeelhouders in de gelegenheid om hun zienswijze te geven. De beslissing die wordt genomen is slechts bindend voor de partijen die de mogelijkheid hebben gehad om hun visie te geven.

Conclusie: de WHOA kan faillissement voorkomen

Verkeert uw onderneming in zwaar weer? Dan biedt de WHOA uitkomst. Met de WHOA faillissement voorkomen? Wacht niet tot dat het te laat is en laat u tijdig adviseren. Wij kunnen u adviseren over de toekomst van uw onderneming zodat u weer kunt bouwen aan een financieel gezonde toekomst van uw onderneming.

Waarmee kunnen wij u helpen?

  • Met WHOA faillissement voorkomen
  • Het beoordelen van de risico’s van een faillissement.
  • Het inschatten van de succeskansen van een doorstart.
  • Het aanbieden van een akkoord in of buiten faillissement.
  • Onderhandelen bij het afkopen van schulden bij uw schuldeisers zoals de belastingdienst, bank en handelscrediteuren.
  • Bijstand bij onderhandelingen over de wijziging van de voorwaarden van uw huurovereenkomst.
  • Mogelijkheid tot ontbinden van uw leaseovereenkomst(en) of voordeligere voorwaarden vastleggen hieromtrent.
  • Het verzoek indienen tot het inlassen van een afkoelingsperiode (van vier tot acht maanden) waarin geen faillissement kan worden uitgesproken.
  • Het beoordelen van een akkoord dat door een crediteur wordt voorgelegd.

Laat uw gegevens middels het contactformulier achter en wij nemen contact met u op.

> Neem contact op

Geschreven door

Bas Jacobs

advocaat
ondernemingsrecht, insolventierecht

bas jacobs