verrekenen

Periodiek verrekenbeding: hoe moet er worden verrekend?

Personen- en familierecht

Periodiek verrekenbeding: hoe moet er worden verrekend?

Is er in uw huwelijkse voorwaarden een zogenaamd periodiek verrekenbeding opgenomen? Dan is het van belang om dit ook op de juiste wijze uit te voeren. Maar wat is de juiste wijze? Daarover vertel ik u graag meer in dit artikel.

 

Belang jaarlijks verrekenen

In mijn artikel: “vergeet niet te verrekenen!” riep ik u op om niet te vergeten bij de afsluiting van het jaar  en/of het opstellen van allerlei aangiften en overzichten aan het begin van het nieuwe jaar, ook naar uw periodiek verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden te kijken en met elkaar te verrekenen. Ik heb daarin uitgelegd wat een periodiek verrekenbeding inhoudt en wat het belang ervan is om aan dit beding in uw huwelijkse voorwaarden ook daadwerkelijk uitvoering te geven. Te vaak worden wij als echtscheidingsadvocaten geconfronteerd met de nare gevolgen  die echtelieden die gaan scheiden en niet jaarlijks met elkaar hebben verrekend, ondervinden.

Eisen bij het verrekenen

Dat het nog niet zo eenvoudig is om met elkaar te verrekenen en dat daaraan ook eisen worden gesteld, blijkt uit een uitspraak van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van juni 2020. De echtelieden in de zaak die tot deze uitspraak leidde, hadden een periodiek verrekenbeding opgenomen in de huwelijkse voorwaarden. Zij hadden in de laatste jaren van hun huwelijk steeds gezamenlijk “verklaringen inzake jaarlijkse verrekening” ondertekend. In die verklaringen hadden zij vermeld dat zij voor het betreffende kalenderjaar en alle daaraan voorafgaande kalenderjaren over en weer hadden verrekend conform de huwelijkse voorwaarden.

De man stelde in die zaak dat met die “verklaringen inzake jaarlijkse verrekening” door partijen een vaststellingsovereenkomst was gesloten over de verrekening en dat er derhalve niets meer te verrekenen viel. De vrouw was het daar niet mee eens en stelt dat niet aan de periodieke verrekenplicht is voldaan.

Wat was er aan de hand?

De verrekenverklaringen waren door de accountant van de man opgesteld. De vrouw had die verrekenverklaringen getekend op verzoek van de man omdat deze nodig zouden zijn om fiscale redenen. De verrekenverklaringen werden al ondertekend voordat de cijfers met betrekking tot het bedrijf van de man inzichtelijk waren. De verklaringen bevatten niets over de in aanmerking genomen grondslagen voor de verrekening. De verrekenverklaringen zijn pas op tafel gekomen nadat de vrouw kenbaar had gemaakt dat zij geen vertrouwen meer had in het huwelijk.

In de meeste huwelijkse voorwaarden is, net als in deze zaak, beschreven:

  • wat moet worden verrekend (inkomen);
  • hoe dit moet worden verdeeld (vaak bij helfte);
  • wat onder  inkomen wordt verstaan (er is een inkomensbegrip opgenomen);
  • dat van dit inkomen moet worden afgetrokken hetgeen is besteed aan de gemeenschappelijke huishouding, met vermelding wat onder deze kosten van de huishouding wordt verstaan.

Het hof is van mening dat er aan vermelde voorwaarden in de huwelijkse voorwaarden, welke door het hof een rekenkundige formule wordt genoemd, door partijen geen concrete invulling was gegeven.

Naar het oordeel van het gerechtshof hebben partijen zelf de vaststelling van de verrekenvordering op deze manier in de huwelijkse voorwaarden opgenomen, zoals overigens de meeste echtelieden een dergelijke verrekenvordering in de huwelijkse voorwaarden vastleggen. Zij mochten dan ook van elkaar verwachten dat de vaststelling van deze verrekenvordering aan de hand van de invulling van de betreffende financiële gegevens zou worden vastgelegd. Letterlijk stelt het gerechtshof dat het dus gaat om een daadwerkelijke rekenkundige exercitie waarbij partijen verschillende rekenkundige grootheden hadden moeten vaststellen.

Spelregels bij verrekenen

Uit deze uitspraak van het gerechtshof blijkt dat wat je afspreekt, je ook concreet moet doen. Er dient invulling te worden gegeven aan de begrippen die ter uitvoering van het verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden zijn genoemd. Zoals wat het inkomen in een bepaald jaar is geweest, wat de kosten van de huishouding waren, wat er na aftrek van die kosten van het inkomen resteerde etc. Indien men dat niet doet en slechts verklaart te hebben verrekend, wordt met deze verklaring, zo blijkt, in rechte geen genoegen genomen. En men gaat er dan van uit dat er dus niet periodiek is verrekend en er alsnog verrekend dient te worden aan het eind van het huwelijk.

Wat moet er dan verrekend worden als er uiteindelijk toch niet periodiek verrekend blijkt te zijn tijdens het huwelijk?

Als blijkt dat er tijdens het huwelijk niet periodiek verrekend is, moet er aan het eind van het huwelijk alsnog worden verrekend. Wat er dan precies verrekend moet worden, leest u in mijn artikel “Vergeet niet te verrekenen”.

Indien er niet is verrekend en een van de partijen stelt dit en maakt dit ook aannemelijk, dan gaat er een vermoeden gelden dat alles wat partijen bezitten is voortgekomen uit inkomen dat verrekend had moet worden. Dit moet dan dus alsnog worden verrekend. Dit vermoeden brengt met zich mee dat het aan de andere echtgenoot is om te stellen en te bewijzen dat het aan het eind van het huwelijk aanwezige vermogen, of bepaalde bestanddelen daarvan, niet gevormd is uit hetgeen verrekend had moeten worden.

Mijn advies

Vergeet niet te verrekenen en verreken op de juiste manier. Ik hoop u in het bovenstaande in ieder geval enige handvaten daarvoor gegeven te hebben.

Voor vragen over de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden in het kader van een echtscheiding kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met onze gespecialiseerde familierechtspecialisten.

Vaak worden in het kader van een echtscheiding, dezelfde of vergelijkbare vragen gesteld. In deze reeks artikelen “De meest gestelde vragen in het kader van een echtscheiding” zullen de familierecht advocaten van TEN een aantal van deze vragen beantwoorden. Heeft u ook een vraag en wilt u die graag terugzien in de volgende ‘De meest gestelde vragen in het kader van de echtscheiding’, laat het ons dan weten!

Geschreven door

Inge Mooren – van Weereld

advocaat & mediator
familierecht, erfrecht, mediation

inge mooren